Is er markt voor lokale wol?

2010

Een jaar of 12 geleden sprak ik Martin, de  Rotterdamse stadsherder; “Het kost 5 euro per schaap om ze te laten scheren, en de wol levert nul euro op.” legde hij uit. En als ik het me goed herinner verbrandde hij de vachten destijds. Maar dat heb ik misschien over-gedramatiseerd in mijn geheugen.

 

Martin's schapen grazen op de geluidswal in Terbregge, waar ik wekelijks sport

 

‘Ongelooflijk’, dacht ik als brei-nerd. Hoe kan dat nou? What a waste! En mijn ondernemerslampje ging aan. Ik had een breiwinkel en een handwerkschool. Duurzaam en lokaal was mijn ding. I-de-aal dacht ik, hier moet ik wat mee. 

Ik nam een vacht mee, en ging aan het werk. Man, man, man, heb nog nooit zoveel viezigheid bij elkaar gezien. Deze schapen zijn namelijk grasmaaiers. Ze worden niet gehouden voor de wol en dat merk je; poep, distels, graszoden, alles vond ik tussen de pluis. Als er een big Mac verpakking tussen had gezeten had het me niet verbaasd. 

Na een paar uur vacht wassen in de poep-damp gaf ik het op. 

 

2012

Ondertussen startten in 2012 De Viltmannen met hun bedrijf. Ze zagen ook een kans, de wol werd (slim, slim) machinaal schoongemaakt en vervilt en deels gesponnen door vlijtige spinsters. Geleid door kunstenaar Clara Froger keken ze naar de mogelijkheden van vilt in samenwerking met kunstenaars en ontwerpers. Maar in 2016 stoppen De Viltmannen.

Toch zagen meer en meer mensen kansen in de wolberg, of ze nou iets van wol of schapen afwisten of niet. Zoveel ‘gratis’ materiaal. Woohooo, let’s goooo!!!

 Daughter of a Shepherd image on Ja, Wol Blog

2015

In de UK, waar ik regelmatig op ‘wolreis’ ging, startte in 2015 ‘Daughter of a Shepherd’, letterlijk de dochter van een herder, haar merk en begon de vachten van haar vader’s kudde te transformeren naar breiwol en aan de brei community te verkopen. Tijdens het prestigieuze Edinburg Yarn Festival moest je je inschrijven voor een maximum aantal strengen zodat het zo eerlijk mogelijk verdeeld kon worden. Het was geen grote kudde en dus exclusief. Hebridean schapen, super donker, super anders, heel bijzonder! De breiwereld droeg Rachel Atkinson op handen iedereen smulde van haar ‘journey’. Rachel bleek een ondernemend type en verkoopt nu onder dezelfde naam niet alleen de wol van haar vader maar een ruimere collectie van 100% puur Brits garen. Slimme dame.

 

 

2019

Een paar jaar later verkocht ik ‘Ja, Wol Wol- bont’, mijn eigen merk lokale wol uit  Maasland. Van het no-nonsense bonte schaap. Andre van de Wolkelder in Gouda nam de vachten mee in zijn auto en liet ze in Duitsland spinnen. We  hebben hier in Nederland namelijk geen spinnerijen. Een groot succes onder breisters die niet van suiker zijn gemaakt. Het was prachtig, betaalbaar, warm. Maar… niet zacht. 

 

2021

Blue City (Circulaire hub voor versnelling van circulair ondernemerschap) organiseert een hackathon met als thema ‘Biobased bolproducten van Hollandse Wol’, uit deze hackathon ontstaat het Hollands Wol Collectief . 

Zij hebben zich tot doel gesteld het onderzoeken wat er met Hollandsche wol gedaan kan worden, het verwerken de wol tot halffabricaten  en het vertellen van een eerlijk verhaal over Nederlandse schapenwol als duurzaam biobases materiaal binnen de circulaire economie. Zij laten zien dat het kan door het te doen, staat op de website. Gerse ondernemersgeest! 

 

(Ik sprak voor de podcast met Janne de Hoop van het HWC,

interview live op 18 november 2022, schrijf je hier in als je wil weten wanneer de aflevering live gaat) 

 

2022

Toen ik begin dit jaar een paar maanden voor een duurzame woonwinkel werkte en naar een interieur beurs in de Van Nelle Fabriek ging heb ik wel vijf merken gezien die wollen schermen aanprezen. Voor mooie akoestiek in huis en prettig als schermen tussen bureaus op de werkvloer. Mooie designs voor je interieur. Van Nederlandse wol. 

Een van de dames in onze Crooswijk Breit groep werkt in de muziek, waar wollen wandpanelen zorgen voor geluidsdemping in plaats van de eierdozen van weleer. 

Ik ben mijn eigen garderobe aan het maken van duurzame materialen en daarvoor krijg ik hulp van een dame die met naald en draad -in mijn ogen-  kan toveren. In haar atelier staat een prototype vilten jas die ze in opdracht van Christien Meindertsma maakt. Van Martin’s Rotterdamse wol. 

 

Tien jaar later heeft Martin het voor elkaar! 

Hij vroeg Rotterdam Circulair om advies en met behulp van kunstenaar Christien Meindertsma is er een doel gevonden voor ALLE wol die van zijn schapen komt. Er is zelfs een tweed breiwol gemaakt. Jippie! De lucifers blijven in de la. 

Ik denk niet dat Christien met haar hoofd boven de poepdamp heeft gehangen om de wol schoon te maken, maar wie weet… Het is bijzonder hoe ze een idee gebruikt om de realiteit van productie in kunstvorm laat zien en inzet om het verhaal te vertellen. Meindertsma maakte eerder al Urchin, Chunky gebreide poefs (poefen?) En Een trui gemaakt van 1 schaap, wol is geen onbekend materiaal voor haar. 

De resultaten van dit project zijn te zien tijdens de Dutch Design Week. 

“In de wol zitten veel verschillende kwaliteiten en voor iedere kwaliteit is de opgave om een toepassing te bedenken die recht doet aan die kwaliteit. Er is geen  one-size-fits-all-oplossing.” Schrijft Carolien van Eykelen, Adviseur bij Stadsbeheer/Rotterdam Circulair, op haar LinkedIn pagina,

‘Het onderzoek leverde veel meer op dan verwacht. Christien heeft al jaren een fascinatie voor wol. En een groot netwerk. Wat bleek? In de handen van de juiste mensen blijk je onze wol heel goed te kunnen verwerken tot hoogwaardige producten. Maar daarmee eindigde de zoektocht niet. Want er is natuurlijk een reden dat we die wol nu niet tot deze producten verwerken. Daarvoor ontbreken de kennis, de faciliteiten en het verdienmodel’.

Op de foto zie je tweed breiwol die is ontstaan doordat tweede hands truien samen gesponnen zijn met de Rotterdamse wol. Ik kan niet wachten om met mijn vingers in zo’n streng te knijpen. (Heb nog geen verkooppunten kunnen vinden)

 

Missing link: branding

Ik begeef me in altijd mijn werk op de balans van kunst, ambacht, commercie en branding/marketing. 

Op het gebied van Hollandse wol is er veel aan de hand. Als schuivende aardplaten overlappen, botsen en drijven de inzichten in en uit elkaar. 

Wat je van dichtbij haalt is goed. Duurzaam. Slim. 

Bedrijven zien kansen. 

Ondernemers pakken het aan. 

Kunstenaars vertellen een verhaal. 

En ambachtslieden toveren het materiaal om naar een product. 

Er wordt veel uitgezocht en geprobeerd. Het zou mooi zijn als de bevindingen worden gedeeld zodat de groei energie niet oplost in het wiel steeds op nieuw uitvinden. 

Het verhaal van Nederlandse Wol moet een verhaal worden van de Nederlander. De consument moet trots kunnen zijn op het product. En niet piepen over kosten en kriebels. 

Wat er nog mist is een Branding Strategy. Nederlandse wol tot merk maken, als geheel. Marketen die hap. Het werk afmaken. Een keurmerk geven. Dutch Design. Stempel erop. 

Zoals de IJslanders diverse invloeden en ontwerpen uit het midden van de vorige eeuw (ca 1945) hebben vertaald naar een ontwerp en deze zich eigen hebben gemaakt. Iedereen denkt dat de typische Lopapeysa (de IJslandse trui) honderden jaren oud is. Nope… gewoon slim aangepakt. Een van de manieren om na de onafhankelijkheid van Denemarken een eigen identiteit te claimen. De unique selling point van de Lopapeysa is de wol; 100% IJslands van IJslandse schapen. Op het eiland geschoren, gesponnen, geverfd en verpakt. En als trui; gebreid. Een 100% IJslands product. En nu gaan breisters van over de hele wereld naar IJsland om daar de wol te kopen om zelf die truien te maken. Side note: IJslandse wol is een van de warmste en meest kriebelige wol die er te koop is. Maar de Lopapeysa en de Lopi wol zijn sterke merken. Slimme figuren die IJslanders…  

Als we wat uitharden -en dat gaan we met huizen die niet meer voluit warm gestookt worden- zullen de Nederlanders de magie van lokale wol misschien ook volledig adopteren. Niet alleen als panelen maar ook op ons lijf. Geen karakterloze zachte merino van de andere kant van de wereld, maar stoere Nederlandse wol. Rotterdamse wol zelfs. Nog stoerder! 

 

Een huis met wol is warm. 

Muziek met wol klinkt warm. 

Een lijf in wol is warm. 

Een warm lijf zorgt voor een warm mens. 

Warme mensen hebben we nodig, warme wol is er genoeg. 

 

Nu nog een merk!

Ik zeg:

Rotterdamse Schapen, weinig blaten, veel wol! 

Back to blog